zondag 18 februari 2018

Bericht 12

Rondom Textiel Deel 2.
‘Hoe komt het toch dat jij zo geïnteresseerd bent in textiel?’ Die vraag werd me laatst gesteld.
Daar is een simpel antwoord op te geven: ik kreeg die grote belangstelling mee van mijn moeder.

Als jonge jongen keek ik met bewondering naar haar vaardige handen. Ze kon veel in mijn beleving: truien breien, broeken en shirts naaien, pannenlappen haken en zelfs de voorluifel van de caravan dichtmaken door er banen stof en ritsen in te zetten.
Stoffen voor kleding kocht ze op de markt waar ze haar vaste kramen had. Hier badstof voor een badjas en daar bij een andere kraam corduroy voor een hip safari pak. Voor duurdere stoffen ging ze soms naar stoffenwinkel Voerknecht in het centrum van Zutphen. Dat was een deftige winkel met wanden vol prachtige stoffen en dames in jasschorten die achter de kniptafels stonden en hielpen met keuzes maken.
Het meeste wat mijn moeder maakte, was praktisch van aard; heel af en toe liet ze haar fantasie de vrije loop. Die inspiratie hiervoor kwam door cursussen, via het tijdschrift Ariadne en door aanschaf (omstreeks 1975) van de cursus: ‘Het Komplete Handwerken’. Een serie van drie mappen waarin alles over textiele technieken was te vinden. Onder leiding van Henriette Beukers en Mary Storteboom kwam deze uitgave tot stand. De vormgeving was in handen van haar man Henk Beukers.
Wat bijzonder is dat er veel goede achtergrondinformatie in te vinden is en dat deze informatie toegepast is in allerlei ontwerpen.


Ik heb de drie mappen in mijn bezit en als ik iets wil weten over een bepaalde techniek kan ik het er bijna altijd in vinden. Af en  toe zijn de mappen nog te vinden in kringloopwinkels en je kunt ze dan vaak voor heel weinig aanschaffen.
Je zou kunnen zeggen dat het werk van Henriette Beukers veel invloed heeft en heeft gehad in mijn leven.  

Tijdens een poëziepresentatie in het Rosa Spier huis in Laren op zondag 4 februari zag ik in het bewoners-publiek Henriette Beukers zitten. Tenminste, ik dacht ze het was en toen ik haar aansprak, bleek ze het ook te zijn.



We raakten in gesprek over de twee uitgaves 'Rondom textiel', Henriette Beukers vertelt over haar verzameling’, die bij uitgeverij Beukers en Beukers zijn uitgekomen en over deel drie dat er misschien ook nog gaat komen. 



Ook dat zijn weer van die geweldige informatieve boeken met veel beeldmateriaal waar je als textielliefhebber van smult.




Hoe verrassend is het om een kijkje te krijgen in een bijzondere textielverzameling die gedurende een leven is opgebouwd! Ik vertelde haar hoe belangrijk ze voor mij is geweest en nog steeds is. Dat vond ze natuurlijk leuk om te horen. Binnenkort ga ik naar haar toe om het gesprek voort te zetten en om de twee boeken te laten signeren.

Ook tijdens mijn studie modevormgeving aan de Kunstacademie in Arnhem werd me duidelijk wat textiel voor mij betekent. Textiel in de vorm van kleding is je tweede huid en textiel in je interieur je derde huid. Experimenten met textiel waren altijd een onderdeel van mijn ontwerpen. Ik verfde Vlisco stoffen over, zeefdrukte labels voor mijn eindcollectie, borduurde met hand en machine en kwam zo tot mijn eigen vormtaal.


Workshop Grand Teints, Textielfabrique
Textiel blijft een groot en belangrijk deel van mijn interesse. Ik volgde afgelopen jaren workshops verven met indigo;  binnenkort ga ik een twee daagse Masterclass Blockprint onder leiding van Nathalie Cassée (Kashmir Heritage) volgen in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Daar verheug ik me enorm op en ik ben benieuwd met wat voor ideeën en resultaat ik thuiskom.

Met deze liefde voor textiel heb ik altijd les gegeven op modeopleidingen. Nu doe ik dat tijdelijk op de opleiding Creatief Vakman Textiel, Vormgeven & Ambacht bij SintLucas in Boxtel. Naast dit lesgeven bereid ik samen met Mechtild Kets een grote workshop voor die we gaan geven aan alle deelnemers van het EMTC 2018 congres, georganiseerd door BMA in Zaandam. Ook in deze workshop staat textiel centraal.
En er zijn nog meer plannen in ontwikkeling en contacten in het werkveld die te maken hebben met mijn grote liefde.


woensdag 7 februari 2018

Bericht 11

Gisteren had ik mijn eerste lesdag als docent textielvormgeving aan de opleiding creatief vakman textiel van het MBO SintLucas in Boxtel. Zonder zenuwen en met twee tassen vol boeken en stoffen en met een gevoel van ‘ik heb er zin in’, nam ik de trein naar Boxtel.


Het gebouw waar ik lesgeef, is een combinatie van oudbouw waartegen een nieuw ontwerp is gezet met een prachtig dak van leistenen. 


Binnen val je van de ene in de andere verbazing. Zo staat er bij de ingang eersterangs meubilair van Eames voor de leerlingen.


Mijn lokaal op de tweede verdieping is vol licht. 


Daarnaast is het atelier waar onder andere de hoedenlessen plaatsvinden.



De les begon om negen uur en op één na was de klas van twaalf leerlingen compleet. Ik begon natuurlijk met wat over mijzelf te vertellen en daarna zei elke leerling wat over de school/stage en wat ze ervan vonden. Dit alles gebeurde uitgebreid en ik kreeg bij niemand het gevoel dat ze het vervelend vonden om iets over zichzelf te vertellen.
De opdracht die ze moesten doen, ging over een print die op jeans geëtst kan worden. Die lap stof wordt daarna gebruikt om een pet van te maken. Een doorlopende lijn dus, waar ik erg van houd omdat leerlingen dan verbanden zien. Om hen te inspireren had ik een stel boeken, onder andere over indigo, meegenomen en een aantal lappen ‘blauwdruk’ uit Slowakije.



Al gauw merkte ik dat er interesse was, maar ook dat ze al veel wisten. Daar kom je achter tijdens zo’n eerste les. Het was voor mij heerlijk om mijn kennis en liefde voor textiel met hen te delen.
Daarna ging iedereen hard aan het werk. Er werd gezocht naar uitgangspunten en beeldmateriaal voor een moodboard. 


Tussendoor besprak ik met elke leerling de voortgang en aan het einde van de dag was voor bijna iedereen duidelijk waarmee ze verder gaan. De dag van negen uur tot half vijf uur was voorbij gevlogen.


Wat me direct opviel, was dat er geen gedoe met mobieltjes was. Niemand appte tijdens de les of zat op de laptop stiekem filmpjes te bekijken. Er was aandacht voor de opdracht en iedereen had zin om aan de slag te gaan. Ook merkte ik dat mijn kritiek en/of vragen gewaardeerd werden en niet gezien werden als aanval.
Duidelijk was ook dat de leerlingen weten wat ontwerpen is en dat dat niet het doen is wat je al had bedacht.  ‘Dat mogen wij niet!’, zei een leerling, ‘dan kom je nooit verder.’
Zelf merkte ik dat dit soort docentschap bij mij hoort en mij past. Dat is een groot verschil met hoe ik het lesgeven de afgelopen jaren heb ervaren.


Volgende week is het vakantie en de week daarna is de tweede lesdag, waar ik nu al naar uitkijk.

20. Musea en mbo’ers

  Toen ik nog les gaf op de modeafdeling van het ROC van Twente vond ik het altijd belangrijk om met leerlingen naar musea te gaan. Natu...