vrijdag 12 december 2014

Verbindingen maken

Gisteren begonnen mijn tweedejaarsleerlingen van de afdeling Mode Maatkleding met een bijzonder project. Ik had hen de opdracht gegeven kleding te ontwerpen voor vijf vrouwen die in een rolstoel zitten. Het project duurt tien weken. Bij de start waren de vijf rolstoel-dames aanwezig. Ze verschilden sterk in leeftijd. Ook de redenen waarom ze in een rolstoel zijn belandvarieerden:  van een hoge dwarslaesie, een linkszijdige verlamming door een hersenbloeding tot aangeboren spierafwijkingen. Het werd een bijzondere middag waarbij iedereen werd geraakt. 

Tijdens de voorstelronde zei mijn leerling Elissa dat ze het bijzonder en emotioneel vond om dit te mogen doen en dat ze door kleding te ontwerpen graag met mensen in contact wou komen. Later bekende ze dat ze even had moeten huilen op de gang.
Na de voorstelronde ging de groep in kleine groepjes uiteen om de vrouwen te vragen naar hun wensen. En die waren er. Kleding voor mensen die dagelijks in een rolstoel zitten, moet aan bepaalde eisen voldoen: bijvoorbeeld zachte stof, geen kontzakken, broeken hoger van achter dan van voor. Later namen de leerlingen zorgvuldig de maten op.

Ik liep ondertussen rond, luisterde en genoot. En ik realiseerde me dat ik iemand ben die graag verbindingen maakt. De dag daarvoor had ik de prachtige tentoonstelling 'The Future of Fashion is Now' gezien in museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Daar las ik het volgende statement van modeontwerper Tania Candiani


Dat kwam bij mij binnen. Ik moest eraan terug denken toen ik keek en luisterde naar mijn leerlingen en de vrouwen in hun rolstoelen. Ze maakten verbinding met elkaar. En ik had ervoor gezorgd dat ze dat konden doen


Verbindingen maken. Omstandigheden creëren die dat mogelijk maken. Dat kan ik. En dat is een richting waar ik aan denk in verband met mijn overstap.


donderdag 11 december 2014

Catch en Wildcard




Een paar weken geleden werd ik gebeld door Mieke Conijndirecteur van het Kunstenlab in Deventer. Vreemd genoeg had ik direct het idee waarover het zou gaan. Ze begon natuurlijk met ‘Hoe gaat het met je? Na een aantal gebruikelijke zinnen zei ik: ‘Ik heb het vermoeden waarover je belt. En ja, daar kwam de vraag: ‘Zou je het leuk vinden om de Wildcard te doen bij de volgende Catch-avond?’ 

Catch staat voor een avond waarop bedrijven en kunstenaars zich presenteren met twintig dia's in zes minuten en twintig seconden. Aan het einde krijgt iemand de Wildcard: twintig dia's die je van te voren niet hebt gezien en waarop je direct moet reageren. Ik besloot meteen om het te doen. Het leek me goed om mezelf in het middelpunt te plaatsen. Wat spanning en sensatie kon ik goed gebruiken. Daarnaast vind ik spreken in het openbaar niet heel eng. Bovendien had ik er zin in, zeker in het kader van mijn coach-gesprek van een aantal weken geleden:
Ga van de tweede naar de eerste plaats. Zet jezelf centraal was de boodschap.

De avond kwam.
Voor mij waren natuurlijk de andere deelnemers.
Sommigen waren goed. Anderen wat minder.
Ik voelde de spanning bij mezelf toenemen.
Toen werd ik aangekondigd. 
Mijn opwinding verdween toen ik het podium opstapte.
Natuurlijk had ik er van tevoren over nagedacht, 
maar waar kun je over nadenken? 
Moest ik beginnen met ‘Er was eens…’?
Bij het eerste beeld wist ik dat dat geen goed idee was. 
Ik besloot om gewoon maar te reageren. 
Vreemde beelden volgden elkaar in een razend tempo op.
Tom Sellick en Kim Il Sung in Hawaii-hemden.
Een kamer vol heuvels begroeid met gras. 
Een waterval uit een flat.
Een cirkel die net niet sloot.
En nog veel meer.
Bij sommige beelden wist ik niets goeds te zeggen.
Bij anderen hoorde ik gelach in de zaal, 
en wist ik dat ik raak geschoten had.
Ik probeerde een verband te zoeken, 
maar door de snelheid ging dat niet.
Later hoorde ik dat het over prints en vormen ging. 
Plotseling was het voorbij.
Ik zou het zo nog een keer doen, dacht ik na het applaus.
Daarna waren er omhelzingen van vrienden. 
Glazen wijn en mooie gesprekken.
Het heeft me goed gedaan.
En nu verder met het proces van verandering.

woensdag 3 december 2014

Weken niets geschreven





Al een paar weken niets geschreven.
Toch zijn er dingen gebeurd 
die het vermelden waard zijn.
Waarom schrijf ik dan niet?
Ik had toch het plan om op dit blog met grote regelmaat wat te publiceren?
Wat belemmert me?
Hoe vrij kan en wil ik schrijven?
Laat ik maar beginnen.

Inovember had ik een tweede gesprek bij De Schone Kleren Campagne. Het was een prettig en inhoudelijk gesprek. Ik kwam erachter dat ik veel weet over schone en minder schone kleren en dat ik mijn mening over de negatieve kanten van de kledingindustrie goed kan formuleren. Ik bood mijn diensten aan voor verbetering van de lessen op hun website. In december hoor ik of ze hierop willen ingaan. Die stap is gemaakt dus.

Een aantal weken geleden trof ik vriend/coach G. op een opening. Hij vroeg hoe hetproces gaat met mijn overstapplan en waar ik nu sta. Direct daar achteraan: ‘Ik ga twee coachgesprekken met je doen, want ik wil je graag helpen daar achter te komen.’ Ik zei direct ja en de afspraak werd gemaakt voor 12 november bij mij thuis.

Het werd een intensieve sessie van ruim twee uur. Stevig en confronterend, maar ook met begrip. Er werd een kruispunt op de tafel gelegd met een stip in het midden. Vier wegen kwamen uit op dat kruispunt. Waar kom ik vandaan? Waar wil ik heen? Wat kan ik? Welke weg moet eerst gegaan worden? Er kwamen woorden op die wegen. Woorden van mij.

De weken voor het gesprek had ik het gevoel dat iets in mij blokkeerde. Iets dat waarschijnlijk heel dichtbij lag, maar ik zag het niet en kon het niet vinden.
Tijdens de sessie ontdekte ik dat het inderdaad heel dichtbij washet werd een stevige maar ook liefdevolle confrontatie met de man met wie ik dertig jaar heb geleefd en die afgelopen jaar is overleden. Een lange periode heb ik mezelf niet centraal gesteld; door de omstandigheden kon ik dat ook niet. Maar nu wil en moet ik dat wel doen. Daar werd ik me van bewust. Ik wil het doorwerken en er iets van/over maken.
Dat betekent dat ik moet opruimen om verder te komen. Letterlijk en ook meer dan letterlijk. Mijn huis verder opruimen en er meer mijn eigen stempel op drukken. Dat ga ik de komende weken doen, en het hoeft niet meteen af. Het borrelt bij me vanbinnenVerandering kost tijd, en die moet ik hier voor nemen. Alleen dan kan er ruimte  ontstaan en zal de energie gaan stromen. Ik voel dat het klopt.




donderdag 30 oktober 2014

Social Media

Tumblr 15 Oktober 2014


















Ik blijf een fascinatie hebben voor Social Media.
Op Facebook, LinkedIn en Tumblr beweeg ik mij dagelijks.
De foto van de dag op Tumblr link ik naar Facebook.
Mijn blog gaat via Blogger, met een link naar LinkedIn en Facebook.
Ik ben daar in de loop van de jaren handig in geworden,
en het hoort bij mijn dagelijkse rituelen.
Soms doe ik er veel op, soms plaats ik maar één bericht.

Op mijn vorig bericht op mijn blog kreeg ik verschillende namen door van coaches

die mij wellicht wat verder zouden kunnen helpen in het proces.
Dat is bijzonder om te lezen, omdat je dan ook weet dat je 'volgers oftewel lezers'heb
die met mij meedenken en die hun ervaring met een coach willen delen.

Via Facebook kreeg ik de volgend opmerking van vriendin E. te lezen:

'Je noemt helemaal niet je kwaliteiten als kunstenaar.
Je hebt grote scheppende kracht en geweldige ideeën.'
En vriendin T. schreef: 'Ik wil je ook wijzen op je bindende kracht.'

Reacties krijgen is een cadeau.

Ze zetten me aan het denken en ze doen me goed.
Via deze weg wil ik mijn lezers daarvoor bedanken,
maar ik wil hen nu ook vragen om mijn blog te delen via hun contacten.
Het begrip 'delen' heeft voor mij veel waarde.
'Geven is krijgen en delen is vermenigvuldigen.'
Dat is al jaren een gezegde dat ik veel gebruik
en waar ik in mijn leven veel mee te maken heb gehad.

Ondertussen heb ik contact gezocht met een coach in Arnhem.

Ik wacht nu op haar antwoord.


maandag 27 oktober 2014

Denkwerk

Olafur Eliasson
Cold Wind Sphere (2012)
Centre Pompidou, Parijs





















Tot nu toe is in mijn blog veel te lezen over textiel.
Vriend G. zei: 'Betekent dat iets?'
Ja, het betekent natuurlijk dat ik een grote liefde heb voor textiel.
'Maar, is dat dan een richting?' vroeg hij.
'Of is er een andere richting die misschien wel leuker is?
Iets total anders, iets wat je nu nog niet weet?'

Wat kan en wil ik eigenlijk?
Waar sta ik op dit moment?
Onderschat ik mijn capaciteiten?
Moet ik 180 graden draaien?
Welke vragen moet ik mijzelf stellen?
In welke richtingen kan ik denken?

Ik voel goed dat ik weg wil.
De urgentie is er.
Ik wil graag loslaten en springen, hoe enerverend dat ook is.

Een paar weken geleden had ik een tweede gesprek bij Personeelszaken van mijn ROC.
We zetten een aantal capaciteiten van mij op een rijtje.
Hier is een begin.

- Ik heb twee HBO-opleidingen gevolgd met verschillende invalshoeken:
  sociaal cultureel werk en modeontwerp.
- Ik heb bijna 25 jaar onderwijservaring in het Mbo, met een doelgroep die niet 
  altijd makkelijk is.
- Ik heb diverse zaken gedaan naast het primaire onderwijsproces:
  internationale modeprojecten opgezet en gecoördineerd,
  een buitenlands stagebeleid ontwikkeld en uitgevoerd.
- Engels spreken en schrijven is geen enkel probleem.
- Ik ben altijd op zoek naar andere invalshoeken, vanuit mijn creatieve geest die op
  de juiste plek tot grote dingen in staat is.
  Nieuw en anders is voor mij een vanzelfsprekendheid.

Ja, zul je nu denken, dan zit je toch op de goede plek!
Nee, dat is nu niet meer het geval.
De uitdaging is weg aan het raken.
Het systeem van het huidige Mbo-modeonderwijs gaat een kant uit waarin voor 
mij te weinig uitdaging zit.
Dat is niet goed voor mij, maar ook niet voor collega's en leerlingen.

Ik denk na over coaching van buitenaf.
Niet om te weten wie ik ben, maar om te zorgen dat ik zicht op een andere baan krijg.
Een job-coach dus, die met mij een weg kan uitstippelen.
Om samen bijvoorbeeld een 360 graden scan te bespreken.

Maar waar vind ik een goede?
Het liefst een klein bureau met een geschikt iemand.
Vier of vijf gesprekken.
Kort en krachtig.

Iemand een idee?

dinsdag 23 september 2014

Schone Kleren Campagne



Jaren geleden was ik bij de oprichting van Schone Kleren Campagne (SKC) in Utrecht. Die organisatie wil verbetering van de arbeidssituatie van werknemers, vooral vrouwen, in de textielindustrie. Het sprak me erg aan; ik vond dat er iets moest gebeuren.
Tijdens mijn lessen kwam het onderwerp regelmatig aan de orde. Ik deed ook projecten met lesmateriaal van Schone Kleren Campagne. Ik herinner me een quiz met prijzen die ik had gekocht. De laatste jaren is het onderwerp, door de grote verandering die de opleiding ondergaat, wat naar de achtergrond verdwenen.
Door de tragische ramp vorig jaar bij de kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh werd me weer eens duidelijk hoe fout het systeem is. Merken als Primark en Benneton die in dat soort landen produceren, buiten arbeiders uit en laten hen werken in levensgevaarlijke, mensonwaardige situaties.

Een paar weken geleden bekeek ik de website van SKC. Ik las dat ze vragen om kennis vanuit diverse invalshoeken. Ineens was daar het gevoel weer dat ik daadwerkelijk wat moet doen met mijn verzet tegen uitbuiting in de kledingindustrie. Mijn gevoel voor rechtvaardigheid en mijn behoefte om onrecht te bestrijden, kwamen weer boven. Ik reageerde naar SKC en bijna per direct werd ik uitgenodigd voor een gesprek.
Ondertussen heb ik dat gesprek bij de Schone Kleren Campagne in Amsterdam gehad. We spraken onder andere over de onderwijsprojecten die ze aanbieden. In een tweede gesprek -inmiddels gepland- gaan we verder praten over hoe ik vanuit mijn onderwijservaring een bijdrage zou kunnen leveren. Ook gaan we kijken of er nog andere aspecten zijn waarin SKC mijn kennis en ideeën kan gebruiken. Het voelt als een positieve stap in mijn zoektocht naar verandering.

maandag 22 september 2014

Oppervlakkig


Ik vraag me al lang af wat ik nog met mode heb. Als jonge jongen was mijn antwoord op de vraag wat ik wou worden: modeontwerper. Dat heb ik na mijn hbo-opleiding ook gestudeerd. Inmiddels geef ik 25 jaar les over mode. Ik weet er veel van. Alle aspecten zijn voorbij gekomen, alle trends. Weinig is meer nieuw of uitdagend. Meer en meer houden de negatieve aspecten van de modewereld me bezig. Bijvoorbeeld de productie van kleding in landen als Bangladesh. De meeste mensen weten niet wat ze aanhebben en waar het vandaan komt.

Wat wel gebleven is, is mijn liefde voor het vernieuwende experiment in de mode. En mijn bewondering voor (traditioneel) textiel. In het Tropenmuseum in Amsterdam zag ik onlangs deze Indiase tulband in Tie and Dye techniek.  Dat soort textiel raakt mij.


Geld en status

Modeontwerper Dirk Van Saene in het dubbelinterview in Magazine 19 (september 2014), de weekendbijlage van de NRC, beantwoordt de vraag of hij zuinig is met geld: ‘Nee helemaal niet. Het enige waar ik geen geld aan kan uitgeven is kleding.’ Op de vervolgvraag van de interviewer hoe dat komt, zegt hij: ‘Ik weet er teveel van. Het is zo vaak oplichterij! Prijzen zijn soms zo gigantisch, dat is waanzin. Vroeger kreeg je daar couture voor, maar nu is dat echt niet beter dan confectie. Het lijkt wel of kwaliteit, klasse, ouderwets is.’

Vriendin E. heeft jaren geleden een jurk gekocht van Dirk Van Saene getiteld: Blauwtje.
Ze draagt hem geregeld en heeft er nog steeds veel succes mee.






Ik ben nooit iemand geweest die veel geld uitgaf aan kleding. Ik koop liever één goed ding dat wat duurder is dan vijf goedkope kledingstukken. Daarom hangen er in mijn kledingkast overhemden die jaren oud zijn, maar die ik nog steeds met veel plezier draag. En dan is er nog het gegeven dat ik me hecht aan kledingstukken. Als het moet, verstel ik graag. 
Jaren geleden was ik met een klas in Düsseldorf en we stonden voor de winkel van Jill Sander. Een leerling vroeg waarom die trui dat astronomische bedrag kostte. Het was een gewone trui van een goed materiaal en in een mooie kleur. Het enige wat ik kon antwoorden was dat ik begreep dat je voor exclusiviteit wat meer moet betalen, maar eigenlijk kon ik het niet uitleggen.
Daarom vind ik het antwoord van Dirk Van Saene op de vraag ‘Houdt u wel van de modewereld?’ zo begrijpelijk. Hij zeg: ‘Ik vind het vre-se-lijk. Ik heb het niet over de ontwerpers, maar de mensen eromheen. Het gaat allemaal over geld en status, je belangrijker voelen dan iemand anders: mensen die in de mode werken, denken dat ze een trapje hoger staan dan de anderen. Terwijl: we zijn met kleding bezig, met stoffen - zo verheven is dat niet.’
Waarschijnlijk is dat voor mij een reden waarom ik soms zo'n verzet voel tegen de modewereld. Mijn afkomst en studie aan de Sociale Academie zal daar ook mee te maken hebben. Ik heb een sterke haat/liefde-verhouding met de modewereld; ik voel gauw de ongelijkheid die er uitstraalt, het ondemocratische aspect van kleding, het stands- en klasseverschil wat er ook inzit. Dat strookt niet met mijn (politieke) visie op de samenleving.

donderdag 18 september 2014

Communicatie

In de weekendbijlage DeLuxe van september 2014 van de NRC las ik het interview met modeontwerpers Walter Van Beirendonck en Dirk Van Saene.  Een interview waarin ik veel van mijzelf herkende. Hun jeugd en mijn jeugd. Hun idee over mode en mijn idee over mode. Hun uitspraken leken op sommige momenten een kopie van mijn gedachten.

Walter Van Beirendonck: ‘Mode is voor mij communicatie. Kleren zijn voor mij niet genoeg. Ik wil er altijd iets mee vertellen. Er zijn belangrijker zaken dan trends. Dat heb ik vanaf het begin gehad, dat zit in me. Daar begint het idee voor een collectie altijd mee.’


Dat idee ken ik. De oppervlakkigheid waarmee kleding wordt ontworpen en geproduceerd, staat me tegen. Trend na trend wordt nagejaagd. Voor de zoveelste keer komt punk als  thema voorbij. Nep-leren broeken met studs, schoenen met studs. Jongeren kopen een t-shirt met een print van de Sex Pistols, maar ze hebben geen notie van wat punk was.  En na één seizoen is het weer voorbij. Vandaag zag ik hier weer een voorbeeld van in de etalage van Sacha schoenen. Weer een herhaling.




Dat soort mode heeft geen diepgang, kent geen fantasie. De opvatting dat kleding meerdere seizoenen kan meegaan, is totaal afwezig. Die mode gaat vaak over consumeren in plaats van communiceren. 
Mijn opleiding aan de Kunstacademie in Arnhem heeft me veel geleerd over de zeggingskracht van kleding. Mooi en leuk waren woorden die niet gebruikt mochten worden. Het waarom was belangrijk. Wat wil je ermee zeggen? Wat is je verhaal?
Zo studeerde ik af met twee mannencollecties met het thema Heroes. Mannen als helden en anti-helden. Een verhaal met veel stofbewerkingen: van geschilderde camouflagevlekken op een transparant zijden legerjasje tot een pak van PLO-shawls met veel gouden kwastjes. Mijn verhaal ging over klassieke beelden van mannen door de eeuwen heen. De jager gecombineerd met de motorrijder, de armoede van de verzetsstrijder samen met de absurde rijkdom van de sjah van Perzië. Als je zoiets draagt, zend je daarmee ook een bericht uit. 
Kleding is je tweede huid, en is daardoor een belangrijk communicatiemiddel. Dat heb ik daar geleerd.

vrijdag 12 september 2014

maandag 8 september 2014

Start

Overstap is een blog over mijn verandering naar een nieuwe werksituatie.
De naam ontstond toen ik tijdens een treinreis naar Amsterdam moest overstappen in Haarlem.

Bijna 25 jaar ben ik werkzaam als leraar aan een mode- en textielopleiding in het Middelbaar Beroeps Onderwijs. Het is tijd geworden om een zoektocht te beginnen naar een nieuwe richting in mijn werk en leven. Tijdens die reis blijf ik de docent die het vak modevorming geeft en daarnaast onder andere als taak heeft stagiaires te begeleiden.

Dit blog is te lezen als een reisverslag naar een nu nog onbekende bestemming. Voor mij is het nog niet helder welke richting ik wil inslaan. Door dit blog bij te houden, hoop ik daar duidelijkheid in te krijgen en de juiste stappen te zetten.


Het blog zal met grote regelmaat gevuld worden met foto's, teksten, vragen, verklaringen en informatie. Een link is te vinden via LinkedIn. Ik zit vol energie en ideeën om de reis naar de overstap te starten. Vanaf nu is die daadwerkelijk begonnen.



20. Musea en mbo’ers

  Toen ik nog les gaf op de modeafdeling van het ROC van Twente vond ik het altijd belangrijk om met leerlingen naar musea te gaan. Natu...